Bezinning rondom LHBT - Zegenen van relaties
In een serie afleveringen in Onderweg geven wij u informatie over LHBT. Deze informatie is geschreven door een werkgroep die bestaat uit Jos Gräfe, Afke Oosterhaven, Esther Mosman en Adri Bloemendal. Graag vernemen wij uw reactie (mondeling of per e-mail bij een van de leden): stel de vragen die u hebt en geef uw mening over wat u hier leest. Dit is deel vier van de serie.
Deze keer staat de vraag centraal of de kerk ook een homoseksuele relatie in liefde en trouw zou mogen of moeten zegenen. Als we tot de conclusie komen dat een dergelijke relatie beantwoordt aan de wil van God en dat we daarin een van de schakeringen van het geschenk van de liefde mogen zien, is het dan op z’n plaats om als kerk hierover een zegen uit te spreken, net zoals we dat doen bij een huwelijksrelatie tussen man en vrouw?
Daarvoor moeten we eerst kijken naar het verschijnsel van de zegen. Waarom zegenen we en wat doen we daarmee precies? In de protestantse kerken wordt hier nogal spaarzaam mee omgegaan. Terwijl in de Rooms Katholieke Kerk bij allerlei gelegenheden gezegend kan worden, is dit in de protestantse traditie slechts op enkele momenten het geval. Het meest in het oog springt de zegen aan het einde van de kerkdienst. De voorganger spreidt zijn of haar handen uit over de gemeente en spreekt daarbij woorden van zegen, meestal vanuit Numeri 6 vers 24-26 of 2 Korintiërs 13 vers 13. Dit is een belangrijk moment en zo ervaren we het ook. Niet voor niets wordt nogal eens gezegd: alleen al voor de zegen zou je naar de kerk moeten gaan! Daarnaast komen we de zegen tegen bij het huwelijk, bij het doen van openbare belijdenis in de kerk en bij bevestiging van ambtsdragers. De laatste (tientallen) jaren is ook steeds meer aandacht gekomen voor allerlei vormen van zegenen in het pastoraat.
Wat doen we als we zegenen? We spreken goede woorden over de ander(en) uit in het vertrouwen dat God zelf deze woorden door zijn Geest vult met zijn nabijheid, liefde en zorg. Kenmerkend is de zegen uit Numeri 6:
22De HEER zei tegen Mozes: 23‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen:
24“Moge de HEER u zegenen en u beschermen,
25moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,
26moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.”
27Als zij mijn naam over het volk uitspreken, zal ik de Israëlieten zegenen.’
We horen hier van bescherming en licht, genade en vrede, die naar ons toekomen omdat God vol liefde naar ons kijkt. Vrede is in het Hebreeuws sjalom, wat een brede en diepe betekenis heeft: een volkomen harmonie, ontplooiing en bloei. Vanuit het geheel van vers 24-26 zou je vier effecten van de zegen kunnen onderscheiden: bekrachtiging, bescherming, heling en gemeenschapsvorming.
Bekrachtiging: God heeft ons het leven gegeven met alle mogelijkheden die er zijn. Daarin mogen we ons ontplooien. We zijn geroepen tot eigen activiteit, om voor de aarde te zorgen en met elkaar in liefde en vrede te leven.
Bescherming: God houdt ons leven in zijn hand. Dat is niet een oppervlakkige bescherming alsof ons nooit iets kwaads zou kunnen overkomen, maar wel een diepe bescherming die geldt door nood en dood heen. Wat er ook gebeurt, we vallen nooit uit zijn hand.
Heling: God wil dat we onze bestemming als mens bereiken. Ook hier kun je zeggen dat heling niet oppervlakkig is alsof we nooit ziek zullen worden. Maar wel dat Hij ons door alles heen leidt om ons te brengen tot het menszijn in volle ontplooiing in zijn Koninkrijk dat komt.
Gemeenschapsvorming: God heeft geen individuen gemaakt maar mensen die leven in liefde voor Hem en voor elkaar, en die zo met elkaar verbonden zijn. Zegen brengt mensen samen in zijn Koninkrijk van licht en liefde.
Hieruit blijkt dat de zegen heel breed is. Het gaat niet alleen over vergeving en eeuwige redding, maar over het hele bestaan dat leven voor het aangezicht van God mag zijn. Zeker, zegen heeft te maken met de strijd voor het goede en tegen het kwade. Maar zegen heeft ook te maken met je gewone dagelijkse werk, de relaties die je hebt, de dingen die je elke dag doet. Alles mag vallen onder de zegen van God. Daarom is de zegen aan het einde van de kerkdienst zo mooi: je gaat de nieuwe week in terwijl zijn aangezicht van licht en genade met je mee gaat.
Dat deze zegen zo breed is, ligt in het verlengde van de zegen aan Abraham (met name Gen. 12). God zegent Abraham en dat betreft een nageslacht en een land om in vrede en welvaart te leven. In Abraham zouden ook alle volken van de aarde gezegend worden. Dat wordt werkelijkheid door Jezus. Vandaar dat Paulus schrijft in Galaten 3:
13Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van deze vloek door voor ons te worden vervloekt, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt.’ 14Zo zouden door hem alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals ons is beloofd, door het geloof de Geest ontvangen.
De hier genoemde vloek staat tegenover de zegen. Zonde brengt vloek met zich mee, omdat zonde alles kapotmaakt wat God zo mooi heeft gemaakt. Door Jezus maakt God een nieuw begin: Hij overwint het kwaad en brengt zegen in plaats van vloek. Door Jezus, onze Heer, komt de zegen overvloedig naar ons toe. Let daarbij nog op de formulering van Numeri 6: wij mogen de zegen uitspreken, God zélf zal zegenen. Dat is zijn belofte.
De laatste (tientallen) jaren is er groeiende aandacht voor de zegen in het pastoraat en bij allerlei belangrijke momenten in het leven. Op grond van het bovenstaande kunnen we hier alleen maar blij mee zijn. Het geloof in God heeft te maken met alle aspecten van het leven. De zegen van God brengt bekrachtiging, bescherming, heling en gemeenschap. We zouden veel vaker in het leven de zegen van God mee kunnen geven, bij kerkelijke activiteiten en in onze gezinnen. Vergelijk bijvoorbeeld ook de Joodse gewoonte om op elke sabbat de kinderen te zegenen.
Als man en vrouw een verbond van liefde en trouw sluiten voor het aangezicht van God, maken ze een belangrijke stap in het leven. Wat is het mooi en belangrijk om dan samen te komen in de kerk en te bidden om Gods zegen. Wat prachtig dat ze die zegen van God mogen ontvangen!
Zou dit voor twee mensen van hetzelfde geslacht anders zijn? Als wij hun relatie van liefde en trouw aanvaarden als een geschenk van God, ligt het voor de hand om hun de zegen te geven op dit belangrijke moment in hun leven.
Sinds 2004 geeft onze kerkorde daarvoor de mogelijkheid. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen ‘inzegenen’ wat betrekking heeft op het huwelijk en tussen ‘zegenen’ wat betrekking heeft op andere relaties. Dit onderscheid is in het leven geroepen om te benadrukken dat er verschil is tussen een huwelijk en een andere relatie. Daarover de volgende keer meer. Bijbels gezien is er geen verschil tussen inzegenen en zegenen. Welk woord je ook gebruikt, bij de zegen worden mensen in hun relatie en geaardheid, met hun hele leven, gebracht in de tegenwoordigheid van God.
Lees verder in het laatste Deel 5 - huwelijk en relatie in liefde en trouw
Of ga terug naar het overzicht.